Heftrucks
Registratie (bijna)ongevallen
Om inzicht te krijgen in de mate waarin het werken met heftrucks in een bedrijf een meer of minder belangrijk risico is, is het van belang om (bijna) ongevallen te registreren. Het analyseren van geregistreerde (bijna) ongevallen en het onderzoeken van (bijna) ongevallen geeft de mogelijkheid te leren van wat er mis is gegaan. Met de resultaten van de analyses en de veiligheidsonderzoeken kunnen beheersmaatregelen worden bepaald om herhaling te voorkomen.
Bij ongevallen met heftrucks komt een drietal scenario’s relatief vaak voor:
- aanrijden van personen;
- kantelen van de lading en
- beknelling.
Bij de registratie van de (bijna)ongevallen is het van belang ook de achterliggende oorzaken van de ongevallen in kaart te brengen. Navolgend wordt een aantal voorbeelden gegeven van achterliggende oorzaken.
Aanrijdingen
Bij de aanrijdingen wordt het risico voor een groot deel veroorzaakt door de massa en de snelheid van de heftruck. Daarnaast is de botscomptabiliteit van heftrucks, door het gebruik van dik staal en uitstekende delen slecht. Naast het aanrijden van voetgangers blijkt uit onderzoek van de Arbeidsinspectie dat de heftruckbestuurders regelmatig zelf voetletsel op lopen door de eigen heftruck. Dit kan gebeuren als de bestuurder de bestuurdersplaats verlaat terwijl de heftruck nog niet tot stilstand is gekomen. Tenslotte kunnen aanrijdingen ontstaan door het onbedoeld in werking treden van de heftruck.
Kantelen van de heftruck
Bij het gebruik van de heftruck is altijd kantelgevaar aanwezig. Dat kan onder andere veroorzaakt worden door verkeerde belading of het onverantwoord hard rijden door bochten. Het risico van kantelen wordt echter mede bepaald door:
- hoogteverschillen door bv hellingbanen of laadperrons;
- hellende vloeren in het werkgebied;
- de slechte staat van het buitenterrein (bestrating, afwerking);
- uitsparingen en (put) deksels in vloeren) en
- de aanwezigheid van drempels of andere oneffenheden
Oneigenlijk gebruik van de heftruck
Heftrucks worden in de praktijk gebruikt om iemand op te heffen of om iemand te laten meerijden, waarbij deze persoon dan doorgaans los op de vorken of op een hierop gelegen pallet staat. Een heftruck is daar nadrukkelijk niet voor bestemd en ingericht. Er is dan sprake van ernstig valgevaar en meestal ook van knelgevaar (door de bewegende delen van de mast). Dit kan leiden tot ongevallen met ernstig letsel.
Hijsen met vaste opstelling
Inspectiemomenten
Bij hijsen zijn drie momenten, controle, inspectie en keuringen waarbij steeds het risico geïnventariseerd wordt. In de praktijk worden diverse benamingen gebruikt voor de in de wet genoemde handelingen, controle, inspectie en keuring. Doel hierbij is steeds te toetsen of het hijsmiddel nog veilig inzetbaar is.
Controle
De gebruiker van het hijsmiddel beoordeeld of het in te zetten middel geschikt is om veilig te gebruiken. Hij kijkt hierbij merktekens, afkeurnormen, werklast en of het hijsmiddel geschikt is voor de bewuste taak.
Inspectie
De werkgever is verantwoordelijk voor het periodiek (laten) uitvoeren van inspecties. Hierbij wordt het hijs- of hefmiddel door een deskundige boven gebruikersniveau onderzocht. Deze deskundige beoordeelt of het hijsmiddel veilig ingezet kan worden. Inspecties vinden minimaal 1 keer per jaar plaats of vaker als de fabrikant dat aangeeft of als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.
Keuringen
Bij keuringen wordt periodiek onderzocht en eventueel beproefd. Daarbij wordt beoordeeld of het hijsmiddel te gebruiken is tot de volgende keuring. Een keuring vindt plaats door een keurmeester. De frequentie is afhankelijk van het gebruik en van de aanbeveling van de fabrikant of deskundige. Keuringen vinden plaats door een keurder. Deze keurder, die onafhankelijk van de werkgever is, kan eventueel ook worden ingezet om hijs- of hefmiddelen te certificeren.