Zwangerschap en fysieke belasting

Branche-afspraken | Fysieke belasting | Organisatorisch

Een zwangere vrouw die fysiek zwaar werk verricht , meldt (zo snel mogelijk) aan haar leidinggevende dat zij zwanger is. Er is sprake van fysiek zwaar werk indien een vrouw op basis van de in de arbocatalogus opgenomen criteria in aanmerking komt voor een periodiek medisch onderzoek.

De leidinggevende stuurt haar vervolgens zo snel mogelijk door naar de bedrijfsarts met als doel om afspraken te maken welke werkzaamheden de vrouw wel, in aangepaste vorm, of niet meer mag verrichten.

De bedrijfsarts stelt de leidinggevende van deze, dwingende, afspraken op de hoogte. Tijdens het eerste bezoek geeft de bedrijfsarts aan of het wenselijk is dat er ook een consult plaats vindt vlak voordat de zwangere vrouw met zwangerschapsverlof gaat. Dit kan zinvol zijn zodat de bedrijfsarts de zwangere onder meer voor kan lichten over de mogelijke risico’s van het geven van borstvoeding indien de vrouw blootgesteld kan zijn geweest aan (mogelijk schadelijke) stoffen die in de moedermelk aanwezig kunnen zijn.

Bij hervatting van de werkzaamheden heeft de vrouw recht om een afspraak met de bedrijfsarts te maken. Dit is met name relevant indien de vrouw, bijvoorbeeld ten gevolge van complicaties tijdens zwangerschap en/of bevalling, twijfelt of zij het eigen werk al dan niet in aangepaste vorm, kan hervatten.

De vrouw wordt door middel van een brochure voorgelicht over de meest recente wetenschappelijke inzichten over de effecten die bepaalde risicofactoren op zwangere vrouwen die werken kunnen hebben. Deze inzichten zijn ondermeer verwoord in de richtlijn “zwangerschap en arbeid” die de bedrijfsartsen hanteren. In deze brochure is ook opgenomen wanneer de vrouw voor een second opinion bij het UWV terecht kan. Indien een vrouw het niet eens is met de werkzaamheden die zij volgens de bedrijfsarts zou kunnen verrichten, dan staat het haar altijd vrij hierover een second opinion bij een andere bedrijfsarts aan te vragen.